(NL) 3 functionele fietsnetwerken - 3 bevoegde instanties
In het werkingsgebied van Transmobil worden momenteel 3 functionele fietsnetwerken ontwikkeld. Aan Belgische zijde werd het Masterplan Fiets Westhoek recent afgewerkt en vormt de basis voor de actualisering van het BFF (Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk). Aan Franse zijde is er het Schéma Directeur Intercommunal Vélo van de CCHF (Communauté de Communes des Hauts de Flandre) en het Réseau Cyclable Communautaire et supra-communal van de CCFI (Communauté de Communes de Flandre Intérieure).
De 3 bevoegde instanties (Provincie West-Vlaanderen, CCHF, CCFI) ontwikkelen elk op zich en binnen het eigen werkgebied, een afzonderlijk netwerk van functionele fietsverbindingen. Daarnaast doet elk van hen ook suggesties voor gewenste fietsverbindingen tussen de regio’s onderling en naar de periferie, zonder weliswaar concrete verbindingstrajecten aan te duiden. Binnen de doelstellingen en het werkgebied van project onderzocht Transmobil de potentieel meest aangewezen grensoverschrijdende fietsverbindingen tussen de 3 netwerken : concrete verbindingstrajecten die het meeste potentieel hebben om in de toekomst effectief de netwerken over de landsgrens heen te verbinden. Het netwerk van (mobiliteits)hubs zoals binnen Transmobil vastgelegd, en de functionele trajecten zoals vastgelegd in de 3 netwerken, worden als ruimer structurerend kader beschouwd voor het definiëren van verbindingstrajecten over langere afstanden.
Van noord naar zuid definiëren wij 10 potentiële fietsverbindingen tussen de Westhoek en La Flandre française. De 10 fietsverbindingen zijn geselecteerd op basis van: De logische verbindingen tussen enerzijds het Masterplan Fiets voor de Westhoek en anderzijds het Schéma directeur intercommunal Vélo van de CCHF en het Réseau cyclable communautaire et supra-communal van de CCFI.
- Op grote schaal de verbinding van de meest dichtbije ‘dorpen’ aan beide zijden van de grens.
- Op een iets kleinere schaal de voor de hand liggende verbindingen tussen de verschillende hubs uit het project Transmobil.
- Op een nog kleinere schaal de verbindingen tussen de grotere steden aan weerszijden van de grens.
Elke potentiële verbinding krijgt een index van belang toegewezen tussen 1 (hoogste belang) en 3 (minste belang). Het cijfer is richtinggevend voor de gewenste prioriteit om de verbinding te realiseren. De index werd bepaald op basis van onder meer volgende factoren: het aantal potentiële gebruikers, de aanwezigheid van belangrijke attractiepunten, het al dan niet aanwezig zijn van bestaande verbindingen, de aard van de infrastructurele ingrepen bij realisatie, bezwarende lokale situaties, enz.
(FR) 3 réseaux cyclables fonctionnels - 3 autorités compétentes
Dans la périphérie Transmobil, 3 réseaux cyclables fonctionnels sont actuellement en cours de développement. Du côté belge, le Masterplan Fiets Westhoek (Plan directeur vélo Westhoek) a été récemment achevé et constitue la base de la mise à jour du BFF (réseau fonctionnel supra-local pour les vélos). Du côté français, on trouve le Schéma Directeur Intercommunal Vélo de la CCHF (Communauté de Communes des Hauts de Flandre), le Réseau Cyclable Communautaire et supra-communal de la CCFI (Communauté de Communes de Flandre Intérieure) et les Réseaux Points Noeuds de la CCHF et CCFI.
Les 3 autorités compétentes (Province de Flandre occidentale, CCHF, CCFI) développent chacune un réseau distinct de liaisons cyclables fonctionnelles dans leur propre zone de compétence. Chacune d’entre elles fait également des suggestions concernant les liaisons cyclables souhaitées entre les régions et vers la périphérie, sans indiquer de voies de liaison concrètes. Dans le cadre des objectifs et de la portée du projet, Transmobil a examiné les connexions cyclables transfrontalières potentiellement les plus appropriées entre les 3 réseaux : des voies de connexion concrètes qui ont le plus de potentiel pour connecter efficacement les réseaux au-delà de la frontière nationale à l’avenir. Le réseau de pôles/hubs (de mobilité) tel que défini au sein de Transmobil, et les voies fonctionnelles telles que définies dans les 3 réseaux, sont considérés comme un cadre structurant plus large pour définir des voies de connexion à plus longue distance.
Du nord au sud, nous définissons 10 connections cyclables potentielles entre le Westhoek et la Flandre française. Les 10 liaisons cyclables ont été sélectionnées sur la base de : Liens logiques entre, d’une part, le Masterplan Fiets Westhoek (Plan directeur vélo Westhoek) et, d’autre part, le Schéma Directeur Intercommunal Vélo de la CCHF en un Réseau Cyclable Communautaire et supra-communal de la CCFI.
- A grand échelle la connexion des ‘villages’ les plus proches de part et d’autre de la frontière.
- A une échelle un peu plus grande, les connexions évidentes entre les différents hubs du projet Transmobil.
- À une échelle encore plus grande, les connexions entre les grandes villes des deux côtés de la frontière.
Chaque connection potentielle se voit attribuer un indice d’importance entre 1 (le plus important) et 3 (le moins important). Le chiffre est indicatif de la priorité souhaitée pour réaliser la connection. L’indice a été défini sur la base des facteurs suivants, entre autres : le nombre d’utilisateurs potentiels, la présence de pôles d’attraction majeurs , la présence ou l’absence de connections existantes, la nature des interventions infrastructurelles au moment de la réalisation, les situations locales onéreuses, etc.
