De Moeren (1.190 ha) bevinden zich op het grondgebied van De Panne en Veurne (West-Vlaanderen). Het is gelegen in de kustvlakte aan weerszijden van de Frans-Belgische grens, tussen de steden Veurne, Dunkerque en Bergues.

De Buitenmoeren worden vooral gekenmerkt doordat het in een oude getijdengeul werd gegraven en is omringd door de Begenvaart. Binnen deze moeren wordt er vooral aan landbouw gedaan. Er worden gewassen als bieten, vlas, granen, maïs,... verbouwd. De moeren herbergen ook nog andere functies als natuur- recreatie- en woonfunctie. Er is één grote woonkern in terug te vinden, Les Moéres.

Historisch

De Buiten Moeren zijn drooggemaakte gronden en cruciale locatie tussen verschillende rijken en landen doorheen de geschiedenis; Drooggemaakt tijdens en in verschillende fases. Aan het einde van de middeleeuwen bestond het gebied van De Moeren uit een laaggelegen moeraslandschap met twee grote poelen, de Kleine en de Grote Moeren.

Hoe het moeras is ontstaan, is onduidelijk: mogelijk is er in de middeleeuwen turf afgegraven, maar het kan zich ook op natuurlijke wijze gevormd hebben bij duindoorbraken. Begin 17e eeuw toonden de toenmalige heersers over de Zuidelijke Nederlanden, aartshertog Albrecht en aartshertogin Isabella, interesse in een mogelijke drooglegging van het gebied. Niet alleen zou de inpoldering een welkome uitbreiding van het landbouwareaal betekenen, ook stond het moeras negatief bekend als toevluchtsoord voor rovers en verdachten en als bron voor diverse ziekten. Al vanaf het begin van de zeventiende eeuw is er getracht De Moeren in te polderen; hoewel dat enkele malen gelukt is, werd het gebied later toch weer overstroomd. Pas in 1826 werd het definitief drooggelegd.

Visueel

Je hebt open zichten over de grote percelen, enkele verspreide hoeves van ver zichtbaar. Typisch is de omzooming door middel van loofbomen van de doorkruisende wegen.

Ruimte en structuur

De ringsloot, E40 en de opstrekkende percelering met afwateringsgrachten binden de eenheid en zijn de dragers van dit open landschap. De Buitenmoeren worden vooral gekenmerkt doordat het in een oude getijdengeul werd gegraven en is omringd door de Begenvaart.

Geologie

Quartair

         Holoceen

                   Zand en Klei

Fysisch

Er vormt een soort diep bord in het landschap, die natuurlijk of door turfafgraving is ontstaan. Er vormt een landschap dat tot wel 2m onder het zeeniveau kan liggen.

Een moer wordt volledig menselijk ingedeeld volgens een strak wiskundig patroon, dit gevormde patroon zorgt voor fijnmazige deling van de percelen in repelstructuren en begeleid het drainagesysteem. Een ringsloot omsluit het gebied en leidt het water naar de zee.

Bodem

Landbouwbedrijven In het landschap zijn landbouwbedrijven acupunctuur gewijs ingeplant. De inplanting van de boerderijen hebben geen samenhang met de bodem, uit een hoogte analyse valt op dat de bedrijven iets hoger in het landschap liggen.

Wanneer de Moeren blank worden gezet komen deze bedrijven als eilanden boven het water te staan. Op de hoogte is ook duidelijk te zien dat de Grote Moeren een lager gelegen vlakte vormt in het landschap.

///

Les Moëres extérieures sont surtout caractérisées par le fait qu'elles ont été creusées dans une ancienne crique et qu'elles sont entourées du canal de la Colme. Dans ces Moëres, on pratique surtout l'agriculture. On y cultive des plantes telles que des betteraves, du lin, des céréales, du maïs, etc. Les Moëres hébergent aussi encore d'autres fonctions comme des fonctions de nature, de loisirs et de logement. On y retrouve un important noyau résidentiel, Les Moëres.

D'un point de vue historique

Les Moëres extérieures sont des terres asséchées et un lieu crucial entre différents royaumes et pays au fil de l'histoire ; assèchement pendant et en plusieurs phases. À la fin du Moyen Âge, la zone des Moëres se composait d'un paysage de marais de basse altitude avec deux grands bassins, la « Kleine Moere » et la « Grote Moere ».

On ignore comment le marais est né : il résulte probablement d'un coupage de tourbe au Moyen Âge, mais il peut aussi s'être formé naturellement lors de la rupture de digues. Au début du XVIIe siècle, les souverains des Pays-Bas méridionaux, l'archiduc Albrecht et l'archiduchesse Isabella, manifestent de l'intérêt pour un possible assèchement de la zone. La poldérisation ne signifierait pas seulement une extension bienvenue de la surface agricole, car le marais était aussi négativement connu comme refuge pour les voleurs et les suspects et comme source de diverses maladies. Depuis le début du XXVIIe siècle, on tente de poldériser les Moëres ; même si on y arrive quelques fois, la zone est ensuite à nouveau inondée. Ce n'est qu'en 1826 qu'elle est définitivement asséchée.

D'un point de vue visuel

On a une vue ouverte sur les grandes parcelles, et quelques fermes éparses sont visibles de loin. La plantation d'arbres à feuilles caduques le long des routes est typique.

Espace et structure

Le Ringsloot, l'E40 et le parcellement avec canaux de drainage à l'intérieur de l'unité sont les supports de ce paysage ouvert. Les Moëres extérieures sont surtout caractérisées par le fait qu'elles ont été creusées dans une ancienne crique et qu'elles sont entourées du canal de la Colme.

Géologie

Quaternaire

            Holocène

                     Sable et argile

D'un point de vue physique

Il se forme une sorte de plateau profond dans le paysage, qui est né naturellement ou résulte du coupage de tourbe. Cela crée un paysage qui peut se trouver jusqu'à 2 m sous le niveau de la mer.

Un marais est entièrement divisé par l'homme selon un schéma mathématique strict. Ce schéma permet un partage dense des parcelles en structures de rejet et accompagne le système de drainage. Un canal circulaire entoure la zone et amène l'eau vers la mer.

Sol

Les exploitations agricoles dans le paysage sont des exploitations agricoles implantées sur le mode de l'acupuncture. L'implantation des fermes n'a aucun rapport avec le sol. Il ressort d'une analyse de la hauteur que les exploitations ont été installées un peu plus haut dans le paysage.

Lorsque les Moëres sont inondées, ces exploitations apparaissent au-dessus de l'eau comme des îles. En hauteur, on voit aussi clairement que la « Grote Moere » forme une plaine plus basse dans le paysage.

Landschappelijke entiteiten /// Entité paysagère | B0401

Zoek hieronder het landschapssysteem waartoe het behoort en de andere landschapselementen in dit systeem /// Retrouvez le système paysager auquel elle appartient et les autres entités paysagères de ce système ci-dessous