Camphin-en-Pévèle est une commune française du Nord de la France et limitrophe de Lamain, une section de la ville belge de Tournai. L’appellation « Camphin » viendrait du latin « cafinium » qui veut dire frontière.
Ville plutôt rurale, c’est en 1972 que les travaux de l’autoroute A27 reliant Lille à Bruxelles débutent et la commune attire de plus en plus d’habitants et de passage. C’est dans les mêmes années que l’aire douanière de Camphin-Lamain a vu le jour : comme pour Rekkem-Ferrain, il s’agissait d’un point d’arrêt sur l’autoroute entre nos deux pays.
Un projet de reconversion de l’ancien site douanier, devenu aujourd’hui une aire de repos a été défini à la fin des années 1990 après l’ouverture des frontières. L’idée était différente de Rekkem-Ferrain ou Callicanes. En effet, le projet de reconversion visait à effacer toute trace de frontière et de s’intégrer dans le paysage autoroutier. Pas d’équipement transfrontalier spécifique, mais uniquement la volonté de fluidifier le trafic.
Ici, le passage de la frontière se marque par les changements de limitation de vitesse entre nos deux pays. Pas de bâtiment ou de sanitaires, juste deux larges parkings bitumés en mauvais état (particulièrement côté français), de la végétation sauvage, des détritus, quelques tables de pique-nique et des camions qui entrent sur le parking assez rapidement. Malgré tout, cette aire de repos constitue encore aujourd’hui un point d’arrêt important entre la France et la Belgique pour les poids-lourds qui sont plusieurs centaines à s’y arrêter chaque jour.
Camphin-en-Pévèle is een gemeente in Noord-Frankrijk en grenst aan Lamain, een deel van de Belgische stad Doornik. De naam ‘Camphin’ komt van het Latijnse ‘cafinium’ wat grens betekent.
Het is een nogal landelijke gemeente maar in 1972 begonnen de werken aan de snelweg A27 tussen Rijsel en Brussel waardoor de stad steeds meer inwoners en bezoekers aantrok. In dezelfde jaren werd het douanegebied van Camphin-Lamain gecreëerd: net als Rekkem-Ferrain was het een stopplaats op de snelweg tussen onze twee landen.
Eind jaren negentig werd na de opening van de grenzen een verbouwingsproject gedefinieerd voor het voormalige douaneterrein dat nu een rustplaats is geworden. Het idee was anders dan in Rekkem-Ferrain of Callicanes. Het reconversieproject had immers tot doel alle sporen van de grens uit te wissen en te integreren in het snelweglandschap. Geen specifiek grensoverschrijdend materieel, alleen de wens om het verkeer vlotter te laten verlopen.
Hier wordt het oversteken van de grens gemarkeerd door veranderingen in de snelheidslimiet tussen onze twee landen. Geen gebouwen of toiletten, alleen twee grote verharde parkeergarages in slechte staat (vooral aan de Franse kant), wilde begroeiing, rommel, een paar picknicktafels en vrachtwagens die vrij snel de parkeerplaats oprijden. Ondanks alles is deze rustplaats vandaag nog steeds een belangrijke stopplaats tussen Frankrijk en België voor enkele honderden vrachtwagens die er elke dag stoppen.