À Wattrelos, à quelques pas de la frontière belge avec la commune de Mouscron, le quartier de la Martinoire est un des quartiers emblématiques de la ville. Dans les années 1960, la situation stratégique du quartier a permis à la commune d’y développer une zone industrielle. En 1970, la Redoute s’y installe et y restera pendant quarante-cinq années. Il s’agissait alors de la plateforme principale de l’entreprise et tous les colis de France partaient de Wattrelos. À la suite des différentes crises économiques des années 2000, c’est en 2015 que la Redoute est contrainte de fermer une grosse partie de son activité.

Le Mont-à-Leux est un quartier frontalier des deux communes, haut lieu de passage entre les deux pays : deux bureaux de douane étaient implantés dans la rue principale.

En 2020 et 2021, la société de logistique Log’S investit près de 85 millions d’euros pour s’implanter sur l’ancien site de la Redoute dans le quartier de la Martinoire et c’est au total 130 000m2 d’entrepôts qui dominent le paysage frontalier de Wattrelos.

Les zones frontalières comme celles-ci représentent des zones à haut potentiel économique. Dans un contexte très urbanisé, comme au RisquonsTout ou au Mont-à-Leux, elles attirent de nombreux commerces et services (tabac, stations-services, restauration, etc.) sur le versant belge. Le versant français attire plutôt des entrepreneurs qui peuvent profiter de la proximité de grands axes routiers, de terrains moins chers et d’une situation géographique idéale pour faire prospérer leurs affaires.

Aujourd’hui, le Mont-à-Leux et plus précisément la jonction de la rue du Vieux Bureau en France et de la Grand-Rue en Belgique, est toujours un lieu de passage et d’arrêt fréquent pour un grand nombre de Français qui y viennent faire le plein de carburant, y manger ou acheter tabac, alcool et chocolats. Les anciens bâtiments de la douane existent encore et ont été remplacés par des cafés. Le quartier s’est définitivement tourné vers l’activité économique. De la même manière que pour de nombreux points de passage entre la France et la Belgique, la frontière en tant que telle n’est plus aussi marquée qu’autrefois.

Contrairement au quartier du Risquons-tout, également visité, aucun panneau d’information, circuit de découverte ou clin d’œil n’est fait au passé douanier et à la situation frontalière du site. À l’instar de Callicanes, la circulation semble dans cette rue frontalière, pouvoir générer quelques conflits d’usages et il n’est pas toujours simple pour le piéton de circuler en toute sécurité.

In Wattrelos, op een steenworp afstand van de Belgische grens met de gemeente Moeskroen, is de wijk Martinoire een van de karakteristieke wijken van de stad. Door de strategische ligging van de wijk kon de gemeente er in de jaren zestig een industriegebied ontwikkelen. In 1970 verhuisde La Redoute erheen en bleef er vijfenveertig jaar. Het was toen het hoofdplatform van het bedrijf en alle pakketten uit Frankrijk vertrokken vanuit Wattrelos. Na de verschillende economische crisissen van de jaren 2000 was La Redoute in 2015 genoodzaakt een groot deel van haar activiteiten te sluiten.

Mont-à-Leux is een grensgebied van de twee gemeenten, een belangrijk kruispunt tussen de twee landen: er werden twee douanekantoren gevestigd in de hoofdstraat die de twee gemeenten met elkaar verbindt.

In 2020 en 2021 investeert het logistieke bedrijf Log’S bijna 85 miljoen euro om zich te vestigen op de voormalige site van La Redoute in de wijk Martinoire en in totaal 130.000 m² magazijnen domineren het grenslandschap van Wattrelos.

Grensgebieden zoals deze vertegenwoordigen gebieden met een hoog economisch potentieel. In een sterk verstedelijkte context, zoals in RisquonsTout of Mont-à-Leux, trekken ze aan Belgische kant veel winkels en diensten (tabak, tankstations, restaurants, enz.) aan. De Franse kant trekt meestal ondernemers aan die kunnen profiteren van de nabijheid van grote snelwegen, minder dure grond en een ideale geografische ligging om hun bedrijf te laten floreren.

Vandaag is Mont-à-Leux en meer bepaald de kruising van de ‘Rue du Vieux Bureau’ in Frankrijk en de Grotestraat in België, nog steeds een druk gebruikte doorgang en tussenstop voor een groot aantal Fransen die hier komen om te tanken, te eten of tabak, alcohol en chocola te kopen. De oude douanegebouwen bestaan nog steeds en zijn vervangen door cafés. De wijk heeft definitief de richting van economische bedrijvigheid ingeslagen. Zoals bij veel grensovergangen tussen Frankrijk en België, is de grens als zodanig niet meer zo gemarkeerd als vroeger.

In tegenstelling tot de eveneens bezochte wijk Risquons-tout, is er geen informatiebord, ontdekkingstocht of knipoog naar het douaneverleden en de grenssituatie van de site. Net als in Callicanes lijkt het verkeer in deze grensstraat enige gebruiksconflicten te veroorzaken en het is voor voetgangers niet altijd gemakkelijk om in alle veiligheid te circuleren.