Geïndustrialeerde Leievallei /// Vallée de la Lys Industrielle

Landschappelijke systemen van Landschappen van de Leievlakte /// Système paysager de la Plaine de la Lys

De geïndustrialiseerde Leievallei situeert zich tussen Noordelijke en Zuidelijke valleiflank van de Leie. De Leie is een rivier die in Noord-Frankrijk in Lisbourg op een hoogte van 116 m ontspringt en in Gent in België in de Schelde uitmondt. De rivier is 202 km lang, waarvan 109 km in België. Van Armentiers tot Wervik vormt de rivier over 24 km de Belgisch-Franse grens. Doorheen de geschiedenis vestigen heel wat bedrijven en landbouwers langs de rivier. De vlasindustrie en de textielindustrie was in het verleden zeer nauw verbonden met deze rivier en het werd de gouden rivier genoemd.


Historisch

Het water van de Leie is arm aan kalk en ijzer, en daardoor erg geschikt voor het roten van vlas. De rivier dankt er haar bijnaam aan: de Gouden rivier, naar de glans die het in de Leie gerote vlas had. In 1943 werd het roten van vlas in de Leie zelf of in waterlopen van het Leie-stroomgebied volledig verboden om de milieuaantasting die er het gevolg van was de kop in te drukken. Ook de lakenindustrie kent tot op heden een rijke geschiedenis. De gronden langs de Leie zijn zeer voedselrijke gronden en zijn uitermate geschikt als landbouwgronden. De industrie zorgde ervoor dat het diversiteit in en rond de rivier sterk achteruit ging en momenteel probeert men de diversiteit te herstellen.


Visueel

De hoge bebouwing/lintbebouwing graad leidt tot een gesloten karakter, maar in het agrarisch is een zicht op de mogelijk op de industrie van de Leie.


Ruimte en structuur

De Leie met de industrie rond de rivier zorgen voor de hoofdstructuur in deze eenheid. Ook de autosnelweg en de spoorlijn van de TGV die loodrecht op de Leie liggen zijn structurerende elementen.


Geologie


Eoceen


         Quartair alluvium


Ontstaan uit tektonische bewegingen vanaf het midden Pleistoceen en de oppervlakkige micro formaties zijn gevormd door de opeenvolging van glacialen.



Fysisch

De Leie kan nog vrij meanderen in op het Franse grondgebied, maar in Vlaanderen zijn grote delen van de Leie rechtgetrokken. Het water van de Leie is arm aan kalk en ijzer, en daardoor erg geschikt voor het roten van vlas. Op het grondgebied Vlaanderen is de Leie over de gehele loop van matig verontreinigde tot verontreinigde zuurstofkwaliteit en van slechte tot matig biologische kwaliteit. In Wervik aan de Franse grens stroomt de Leie Vlaanderen verontreinigd binnen. Tussen Wervik en Menen treedt een verbetering op van de zuurstofhuishouding door zelfreinigend vermogen. Voorbij Menen tot in Kuurne gaat de zuurstofhuishouding opnieuw geleidelijk aan achteruit, een belangrijke bron van vervuiling hier is de Gaverse beek - Becque de Neuville.

Langs de oevers van de Leie rijzen nu verschillende grensoverschrijdende waterzuiveringsinstallaties uit de grond die tot stand kwamen via een Frans-Belgische samenwerking. Waterinstallatie zowel in Armentières-Ploegsteert, Komen en Menen. Deze vervuiling is te wijten aan het effluent van

heel wat bedrijven en het kent een grote nitraatinspoeling van de intensieve landbouw.


Bodem

Het Leiebekken is één van de meest geïndustrialiseerde zones. Langs de Leie en de Deûle (zijrivier van de Leie) zijn vormen van zeer oude industrieën terug te vinden: steenkoolmijnen in het mijnbekken, textielindustrie, steenbakkerijen, brouwerijen,… Andere industrieën sluiten hier nu bij aan: chemische industrie, papierfabricage, metaal-industrie, diepvriesgroente-industrie…

Al die industrieën drukken een stempel op de streek en haar waterlopen. Ze brengen een enorme vervuiling met zich mee en gebruiken meer grondwater dan op natuurlijke manier kan worden aangevuld. Het is een grensoverschrijdend gebied dat gedeeltelijk deel uitmaakt van de Westhoek en Frans-Vlaanderen. De rijkdom aan zeer vruchtbaar slib verklaart de alomtegenwoordigheid van de landbouw en de zwakke aanwezigheid van het bos.

Door de alluviale en overstroombare natuur van de vallei bleven de weilanden er lange tijd, maar door de oevers van de Leie en de voortgang van de afwatering ontstond vanaf de jaren zestig een sterke achteruitgang van de graslanden.



///



La Vallée de la Lys industrielle se situe entre les flancs nord et sud de la Vallée de la Lys. La Lys est une rivière qui prend sa source à Lisbourg dans le Nord de la France à une altitude de 116 m et se jette dans l'Escaut à Gand en Belgique. Elle fait 202 km de long, dont 109 km en Belgique. D'Armentières à Wervik, elle forme la frontière franco-belge sur 24 km. Au fil de l'histoire, bon nombre d'entreprises et d'agriculteurs se sont établis le long de la rivière. L'industrie du lin et l'industrie du textile étaient jadis très étroitement liées à la Lys, qu'on appelait la rivière d'or.


D'un point de vue historique

L'eau de la Lys est pauvre en calcaire et en fer, ce qui fait qu'elle convient parfaitement au rouissage du lin. La rivière doit son surnom de « rivière d'or » à la brillance du lin rouissé dans la Lys. En 1943, le rouissage du lin dans la Lys elle-même ou dans des cours d'eau du bassin hydrographique de la Lys a été complètement interdit afin de stopper la dégradation de l'environnement en résultant. L'industrie du lin connaît jusqu'à présent aussi une riche histoire. Les sols le long de la Lys sont des sols très riches en nutriments qui conviennent parfaitement comme terres agricoles. L'industrie a entraîné un fort recul de la diversité dans la rivière et autour de celle-ci et on tente actuellement de restaurer cette diversité.


D'un point de vue visuel

Le degré élevé d'urbanisation (linéaire) donne un caractère fermé, mais dans le paysage agraire, une vue sur l'industrie de la Lys est possible.


Espace et structure

La Lys et l'industrie autour de la rivière procurent la structure principale à cette unité. L'autoroute et la ligne ferroviaire du TGV qui sont situées perpendiculairement à la Lys sont des éléments structurants.



Géologie


Éocène


        Alluvions quaternaires


Née de mouvements tectoniques à partir de la mi-pléistocène. Les micro-formations superficielles ont été formées par la succession de périodes glaciaires.



D'un point de vue physique

La Lys peut encore serpenter librement sur le territoire français, mais en Flandre, de grandes parties de la rivière ont été redressées. L'eau de la Lys est pauvre en calcaire et en fer, ce qui fait qu'elle convient parfaitement au rouissage du lin. Sur le territoire de la Flandre, la Lys présente, sur l'ensemble de son cours, une qualité d'oxygène de moyennement polluée à polluée et une qualité biologique de mauvaise à moyenne. À Wervik, à la frontière française, la Lys pénètre en Flandre en étant polluée. Entre Wervik et Menin, on constate une amélioration du bilan d'oxygène par sa capacité d'autoépuration. Une fois passé Menin jusqu'à Kuurne, le bilan d'oxygène recule à nouveau progressivement. Une source importante de pollution ici est le Gaverse Beek - la Becque de Neuville.

Le long des rives de la Lys se dressent différentes installations d'épuration des eaux transfrontalières qui ont été placées dans le cadre d'un partenariat franco-belge. Installation d'eau tant à Armentières-Ploegsteert, Comines et Menin. Cette pollution est due à l'effluent de bon nombre d'entreprises et elle connaît une grand apport en nitrates suite à l'agriculture intensive.


Sol

Le bassin de la Lys est l'une des zones les plus industrialisées. Le long de la Lys et de la Deûle (un affluent de la Lys), on trouve des formes d'industries très anciennes : mines de charbon dans le bassin minier, industrie textile, briqueteries, brasseries, etc. D'autres industries s'y ajoutent aujourd'hui : industrie chimique, fabrication de papier, industrie métallique, industrie des légumes surgelés, etc.

Toutes ces industries marquent la région et ses cours d'eau de leur empreinte. Elles entraînent une pollution énorme et utilisent plus d'eaux souterraines qu'on ne peut le faire de manière naturelle. C'est une zone transfrontalière qui fait partiellement partie du Westhoek et de la Flandre française. La richesse des sédiments très fertiles explique l'omniprésence de l'agriculture et la faible présence de la forêt.

Grâce à la nature alluviale et inondable de la vallée, les prairies sont restées pendant longtemps, mais suite au redressement des rives de la Lys et au drainage rapide, on note un fort recul des prairies à partir des années soixante.




Landschappelijke systemen /// Système paysager | G0200


Zoek hieronder het landschapseenheid waartoe het behoort en de kenmerken die deel uitmaken van dit landschapssysteem /// Retrouvez l'unité paysagère auquel elle appartient et les entités comprises dans ce système paysager ci-dessous

ID :
77901
Online gezet door :
Léa LEMENU
Aanmaakdatum :
17/07/2024
Datum update :
17/07/2024