Les Dunes d’Oye is een duingebied langs de Noordzee dat zich uitstrekt vanaf de monding van de Aa in de westelijke richting tot aan het stedelijke gebied van Calais.
Historisch
De Duinen van Oye zijn afkomstig uit de vulling van de Aa-monding, die terugging naar Saint-Omer, uit deze werd relatief recent – zo’n honderd jaar geleden - de polier du platier (vlakke grond) bijna natuurlijk gevormd.
Geboren uit zandige oevers en dijken gebouwd tussen 1773 (Taaf-dijk) en 1925 (-dijk), ligt het beschut achter de kustduinen.
In de 20e eeuw werd Oye-Plage het vakantieoord voor toeristen die kwamen genieten van zeebaden, het Casino en jagen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kust bezet door de Duitsers. Ze bouwden blokhutten op de duinen en versterkten de waterkant met tal van strandverdedigingen. Toegang werd er voor iedereen verboden. Het was ook in die tijd dat de “scheve” toren (Tour Penchée) werd gebouwd, evenals de antitankmuur, waarvan sporen in de kustopvang achterblijven.
Met een maximale hoogte van 2m boven zeeniveau kan hoogwater de toren bereiken en in 1953 werd het na een storm zelfs bedekt met bijna 75cm zout water.
Vaak verhogen winterregens het waterpeil, deze interface wordt van west naar oost uitgedrukt door een toenemende zoutgradiënt. Hierdoor is een diverse fauna en flora kunnen groeien en ontwikkelen, maar vooral de avifauna (vogels) trekt op het eerste gezicht de aandacht.
Visueel
We hebben panoramische zichten op de hoogste punten, richting zee en binnenland. De duinen vormen kleine afgesloten gehelen binnen de bebouwing en in de duingebieden zelf is het sterk afgesloten en heb je minimaal zicht.
Het natuurreservaat ‘Platier d’Oye’ ligt bij het dorpje Oye-Plage, het wordt aan de noordzijde begrensd door het ‘Chenal’ dat Gravelines verbindt met de zee.
In het gebied liggen verschillende ‘meertjes’ of ‘plassen’, die talrijke vogelsoorten aantrekken, evenals slikken en de schorren, ook het strand is bij schelpenliefhebbers zeer in trek.
De stromingen in het anaal blijken ervoor te zorgen dat hier een rijke variëteit aan schelpen te vinden is.
Ruimte en structuur
D119 wordt gezien als structureel lijnelement, waarrond er verschillende watergangen als overgang naar de polders te zien zijn.
Geologie
Quartair
Holoceen
Zand en Klei
Fysisch
Hier is er een pannesysteem te vinden, die gevormd zijn door de werking van wind in het zand. Het is een gebied dat een laagland voor de duinen omvat en daarnaast nog heel wat kuilen en ondiepten bevat voor de kust. Het strekt zicht uit vanaf de monding van de Aa in westelijke richting, waar het meermaals onderbroken wordt door een nederzetting van vakantiehuisjes.
Vooral in de natuurreservaten zoals Platier d’Oye is heel wat unieke plekken te vinden. De variatie aan biotopen leidt er toe dat er maar liefst 361 plantensoorten werden aangetroffen, waarvan er 86 zijn die van uitzonderlijk belang zijn voor dit gebied, zoals: Gesteelde zoutmelde, Duinviooltje, Hondskruid, Echt lepelblad, Blauwe zeedistel, Blauwe bremraap.
Bodem
Het laag gelegen land van Les Dunes d’Oye wordt doorsneden door weteringen, de zogenaamde wateringues (of polders), een deel van dit land is polderland dat wordt beschermd door kwetsbare dijken.
De Platier d’Oye is een zeer belangrijke trekcorridor die het een bijzonder rijk ornithologisch (vogelkunde) observatiegebied maakt: er zijn 230 vogelsoorten waargenomen, waaronder 85 van cultureel belang.
Het is met name een broedgebied voor verschillende trekkende soorten zoals: Kuifkievit (Vanellus vanellus), Watersnip (Gallinago gallinago), Kokmeeuw (Larus melanocephalus), Bruine kiekendief (Circus aeruginosus), …
Het is ook een tussenstop en overwinteringsgebied voor vele anderen zoals: Kleine Zilverreiger (Egretta garzetta), Visarend (Pandion haliaetus), Lepelaar …
///
Les Dunes d'Oye sont une zone de dunes qui longe la Mer du Nord et s'étend de l'embouchure de l'Aa en direction de l'ouest à la zone urbaine de Calais.
D'un point de vue historique
Les Dunes d'Oye résultent du remplissage de l'embouchure de l'Aa, qui retournait à Saint-Omer. Et le polier du platier (un terrain plat) y a été formé relativement récemment - il y a environ cent ans - et presque naturellement.
Né de rives et de digues sablonneuses construites entre 1773 (la digue Taaf) et 1925 (la digue 1925), il est protégé par les dunes côtières.
Au XXe siècle, Oye-Plage devient la station balnéaire des touristes qui viennent profiter de la mer, du casino et de la chasse.
Pendant la Seconde Guerre mondiale, la côte est occupée par les Allemands. Ils construisent des blockhaus sur les dunes et renforcent le front de mer avec bon nombre de défenses de plage. L'accès est interdit à tout le monde. C'est à cette époque que la Tour Penchée est construite, de même que le mur anti-chars, dont il reste des traces sur le rivage.
Avec une hauteur maximum de 2 m au-dessus du niveau de la mer, la marée haute peut atteindre la tour, qui, en 1953, est même recouverte de presque 75 cm d'eau salée après une tempête.
Souvent, les pluies hivernales font monter le niveau de l'eau. Cette interface s'exprime d'ouest en est par un gradient de salinité croissant. Cela permet la croissance et le développement d'une faune et d'une flore variées, mais c'est surtout de l'avifaune (les oiseaux) qui attire l'attention à première vue.
D'un point de vue visuel
Nous avons des vues panoramiques en haut des points culminants, en direction de la mer et de l'arrière-pays. Les dunes forment de petits ensembles fermés dans la zone de construction, et dans les zones de dunes, on a des dunes très fermées et une vue minimale.
La réserve naturelle « Platier d'Oye » se situe à proximité du petit village d'Oye-Plage. Elle est bordée au nord par le « Chenal » qui relie Gravelines à la mer.
Dans la zone, on trouve plusieurs « petits lacs » ou « étangs » qui attirent de nombreuses espèces d'oiseaux, ainsi que des slikkes et des schorres. La plage est également très appréciée des amateurs de coquillages.
Les courants dans la Manche semblent ici propices à une riche variété de coquillages.
Espace et structure
La D119 est considérée comme un élément linéaire structurant, autour duquel on peut voir différents cours d'eau en guise de transition vers les polders.
Géologie
Quaternaire
Holocène
Sable et argile
D'un point de vue physique
On trouve ici un système de pannes formées par l'action du vent dans le sable. Il s'agit d'une zone qui comprend une plaine pour les dunes et en outre encore de nombreuses fosses et hauts-fonds pour la côte. Elle part de l'embouchure de l'Aa en direction de l'ouest, où elle est interrompue à plusieurs reprises par une implantation de petites maisons de vacances.
C'est surtout dans les réserves naturelles telles que le Platier d'Oye qu'on trouve de nombreux sites uniques. La diversité des biotopes fait qu'on y a identifié pas moins de 361 espèces végétales, dont 86 sont d'une importance exceptionnelle pour cette zone, comme : l'halimione pédonculée, la pensée dunaire, l'orchis pyramidal, la cochléaire officinale, le panicaut maritime et l'orobanche pourprée.
Sol
Les terres basses des Dunes d'Oye sont sillonnées par des wateringues (ou polders). Une partie de ces terres constitue un polder qui est protégé par des digues vulnérables.
Le Platier d'Oye est un couloir de migration très important qui en fait une zone d'observation ornithologique particulièrement riche : on y observe 230 espèces d'oiseaux, dont 85 sont d'une importance culturelle.
C'est notamment une aire de nidification pour plusieurs espèces migratrices comme : le vanneau huppé (Vanellus vanellus), la bécassine des marais (Gallinago gallinago), la mouette mélanocéphale (Larus melanocephalus), le busard des roseaux (Circus aeruginosus), …
Il s'agit aussi d'une escale et d'un lieu d'hivernage pour de nombreuses autres espèces telles que : l'aigrette garzette (Egretta garzetta), Le balbuzard pêcheur (Pandion haliaetus), la spatule blanche, …
Landschappelijke eenheid /// Système paysager | A0002
Hieronder vind je de landschapssysteem waaruit deze eenheid bestaat /// Retrouvez les systèmes paysagers constituant cette unité ci-dessous
